In 1989 cum laude gepromoveerd op het proefschrift Bureaucratische cultuur en informatisering. Dit Proefschrift werd beloond met de Samson H.D . Tjeenk Willink prijs 1985-1989 en met de G.A. van Poeljeprijs 1989 van de Vereniging voor Bestuurskunde.
Momenteel is hij hoogleraar Bestuurskunde aan de school voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg (UvT). Daarnaast is hij Decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) em lid van het adviesorgaan Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).
Frissen houdt zich bezig met analyses van de moderne staat. Hij neemt afscheid van de verouderde beschouwing van de staat als centraal sturend orgaan. Hij uit zich sceptisch over de resultaten van de overheidsbemoeienis, vooral ook de toenemende overheidsbemoeienis tot achter de voordeur.. In zijn boek De Staat van Verschil (2007) bekritiseert hij het gecentraliseerde gelijkheidsdenken waarop de moderne staat zich baseert ten koste van een effectiever denken over de decentraal heersende macht van het verschil. Dit zou betere uitgangspunten creëren voor het reorganiseren van de verzorgingsstaat.
In het boek Gevaar verplicht. Over de noodzaak van aristocratische politiek (2010) betoogt hij dat de politieke elites over bijzondere deugden moeten beschikken omdat het gevaar van de staat –het monopolie op geweld- verplichtingen schept.
De Fatale Staat (2013) gaat over de politiek noodzakelijke verzoening met tragiek. Filosoof Jos de Mul: “ Frissen doet mij denken aan de Franse Filosoof Albert Camus. Hoe hard je ook je best doet, de mens kan altijd overvallen door ziekte., dood , ontslag of andere pech. Volgens Camus heeft het geen zin deze tragiek te ontlopen. Ook niet door een beroep te doen op externe krachten als God of het communisme. Frissen houdt niet God of het communisme op afstand, maar politiek en staat.
In zijn laatste boek De Staat van het Verschil (2016) bekritiseert hij het gecentraliseerde gelijkheidsdenken waarop de moderne staat zich baseert ten koste van een effectiever denken over de decentraal heersende macht van het verschil. Frissen vindt dat we afscheid moeten nemen van het onhaalbare gelijkheidsstreven. Hij pleit voor een politiek van verschil en tolerantie, in tegenstelling tot een door de staat opgelegd emancipatiestreven. De samenleving is niet zo maakbaar (Thomas More)?
In zijn recente advies pleit de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling ervoor om de immigratie af te stemmen op de behoeftes van de arbeidsmarkt. Wie niet bijdraagt aan de welvaart, kan niet blijven. Paul Frissen beziet met scepsis de groeiende registratiezucht onder professionals. Hij was aanwezig bij een bijeenkomst waar maatschappelijke organisaties afspraken om deel te nemen aan de Verwijsindex Risicojongeren.